Voel je de creativiteit al kriebelen tijdens je opleiding? Wil je de vertaalmarkt nu al verkennen? Of heb je jouw vertaaldiploma al behaald en heb je je ingeschreven voor een vervolgopleiding, maar wil je de kneepjes van het vak niet verleren?
De voorbije jaren heeft de overheid het statuut van student-ondernemer grondig uitgewerkt en in 2017 was het uiteindelijk zover: studenten kunnen voortaan al tijdens hun studies een onderneming starten én daarbij genieten van een heel pak fiscale voordelen.
In een reeks blogs over student-ondernemerschap neem ik het statuut grondig onder de loep. Van het wettelijke kader tot unieke voordelen, fiscale tips en de eerste stapjes naar een uitgebreid netwerk. Het komt allemaal aan bod.
Vandaag:
Wat is het statuut student-ondernemer? Een algemene schets van het wettelijke kader.
Opgelet: alle tarieven in deze blog zijn de tarieven die in België gelden in 2018. Elk jaar kunnen ze geïndexeerd worden en dus veranderen.
Voor wie?
Het statuut geldt enkel voor studenten en dus kun je je wel inbeelden dat de overheid duidelijk afbakent wie ze als student beschouwt. Dit zijn de voorwaarden:
• Je bent tussen 18 en 25 jaar oud. Je kunt in principe starten in het kwartaal dat je 18 wordt t.e.m. het derde kwartaal van het jaar dat je 25 wordt.
• Je bent ingeschreven aan een Belgische of buitenlandse onderwijsinstelling.
• Je neemt minstens 27 studiepunten of 17 lesuren per week op en het te behalen diploma is erkend door de bevoegde overheden. Jouw sociaal verzekeringsfonds zal van jou een verklaring op eer vragen dat je de lessen ook regelmatig bijwoont. Jouw sociaal verzekeringsfonds kan eventueel ook een attest vragen van de universiteit of hogeschool als bewijs dat je de lessen hebt bijgewoond of dat je aan de examens hebt deelgenomen.
• Je oefent een zelfstandige activiteit uit of bent van plan er een uit te oefenen (je werkt dus niet voor een werkgever).
Voldoe jij aan alle criteria? Super, lees dan zeker verder. Hieronder bespreken we uitgebreid een aantal grenzen. Onderaan deze blog vind je een beknopte samenvatting.
Sociale bijdragen en rechten
Elke ondernemer moet bij zijn omzet rekening houden met twee belangrijke kosten: sociale bijdragen en belastingen. Het eerste is een bedrag dat naar de RSZ gaat en waarmee je pensioen, kinderbijslag, ziektebijstand, arbeidsongeschiktheid enz. worden uitgekeerd. Het tweede gaat naar de overheid. Als student-ondernemer geniet je op beide heel wat voordelen.
Eerst de sociale bijdragen: die liggen voor de klassieke ondernemer op 20,5% van de omzet. Elk kwartaal moet je daar een voorschot op betalen. De minimumbijdrage ligt daarvoor op € 715,64 euro per kwartaal, maar afhankelijk van jouw omzet, loopt dat dus op tot de 20,5% (gedeeld door 4 kwartalen) bereikt zijn.
Als student-ondernemer is het een pak voordeliger, maar er zijn ook strikte voorwaarden aan verbonden:
• Verdien je op jaarbasis minder dan € 6775,24 dan betaal je geen sociale bijdragen.
• Verdien je op jaarbasis tussen € 6775,24 en € 13 550,50 dan betaal je 20,50% op de schijf boven € 6775,24. De minimumbijdrage bedraagt in dit geval € 79,17 per kwartaal.
• Verdien je meer dan € 13 550,50? Dan wordt je niet meer als student-ondernemer beschouwd, maar als hoofdberoeper. Dat heeft tot gevolg dat je aan de gebruikelijke voorwaarde voldoet en een minimumbijdrage van € 715,64 per kwartaal moet betalen.
Opmerking 1: hier valt dus al een eerste grens op: je mag niet meer dan € 13 550,50 verdienen op jaarbasis om van de voordelen van het statuut student-ondernemer te genieten. De kans is heel klein dat je daar als vertaler overgaat, maar je weet nooit!
Opmerking 2: de grenzen van € 6755,24 en € 13 550,50 zijn slechts ter indicatie en worden geproratiseerd, zoals boekhouders dat zeggen. Dat betekent dat die grenzen gelden voor 4 kwartalen beroepsactiviteit. Begin je slechts in het 2de kwartaal en werk je dus maar 3 kwartalen, dan mag je slechts 3/4 van die grenzen rekenen, ofwel € 5066,43 en € 10 162,87. Werk je slechts 2 kwartalen, dan ligt jouw grens op de helft van die bedragen, enz. Bereken dus jouw eigen grenzen en bepaal voor jezelf hoeveel je mag en verwacht te verdienen! Jouw sociaal verzekeringsfonds helpt je daar graag bij.
• Enkel de grenzen voor de sociale bijdrage worden geproratiseerd. De andere bedragen in deze blog niet!
Opmerking 3: wanneer je je inschrijft bij het sociaal verzekeringsfonds, zullen ze vragen of je onder de € 6775,24 (of jouw eigen, geproratiseerde grens) denkt te blijven of niet. Dat heeft te maken met de minimumbijdrage. Als je erop toeziet dat je minder verdient, moet je namelijk niets betalen. Denk je meer te verdienen of heb je geen idee van jouw inkomen, dan kies je er voor de zekerheid het best voor om toch de minimumbijdrage te betalen. Mocht het namelijk blijken dat je meer dan € 6775,24 hebt verdiend en dat je geen sociale bijdrage hebt betaald, word je beboet. Ook hier zijn er twee opmerkingen:
• Je kunt je sociale bijdrage op elk moment in het jaar bijstellen. Denk je eerst niet meer dan € 6775,24 te verdienen, maar blijk je in augustus die grens toch te overschrijden, dan heb je nog altijd de kans om dat aan te geven bij het fonds. Zij zullen je dan gewoon een factuur sturen met de achterstallige sociale bijdragen, die je zonder problemen kunt betalen. Het is pas als er op het einde van het jaar blijkt dat je de grens hebt overschreden en je geen bijdragen hebt betaald, dat je beboet zult worden.
• Kies je er voor de zekerheid voor de bijdragen te betalen, maar verdien je uiteindelijk toch niet meer dan € 6775,24? Alle sociale bijdragen die je te veel hebt betaald, worden na twee jaar teruggestort. Geen verloren geld dus.
Belastingaangifte
Ook student-ondernemers moeten in juni hun belastingen aangeven voor het vorige boekjaar, wat dus inhoudt dat studenten in sommige gevallen belastingen moeten betalen. Maar ook hier zijn er uitzonderingen. Een overzicht:
• Verdien je op jaarbasis minder dan € 7730 netto? Dan moet je in principe geen fiscale aangifte doen en ben je geen belastingen verschuldigd.
• Verdien je tussen € 7730 en € 45 750 netto op jaarbasis? Dan hoef je enkel belastingen te betalen op het deel boven de € 7730 euro.
Fiscaal ten laste blijven
Jouw ouders kunnen elk jaar opnieuw een beperkt bedrag van de belastingen aftrekken voor hun zorg voor jou. Die mogelijkheid is gebonden aan drie voorwaarden. Zodra een van die voorwaarden vervalt, ben je niet langer fiscaal ten laste van jouw ouders.
• Deel uitmaken van het gezin: je moet voor de duur van het boekjaar wettelijk gedomicilieerd staan bij jouw ouders.
• Niet bezoldigd worden door de ouders: jouw ouders mogen je zelf geen loon uitkeren omdat je bv. in de zomermaanden in hun eenmanszaak werkt.
• Bestaansmiddelen beperken: je mag hoe dan ook tot € 2720 netto verdienen om nog steeds fiscaal ten laste te blijven. Die eerste schijf is dus steeds vrijgesteld. De schijf die niet vrijgesteld is, hangt af van het feit of jouw ouders gezamenlijk of apart worden belast.
– Gezamenlijk belast: € 3270 netto
– Alleen belast en je wordt fiscaal niet als gehandicapt beschouwd: € 4720 netto
– Alleen belast en je wordt fiscaal als gehandicapt beschouwd: € 5990 netto
Opmerking: hiervoor kijkt de fiscus naar jouw totale netto jaarinkomen, dus al het geld dat je via jouw onderneming, maar ook via een vakantiejob hebt verdiend.
Kinderbijslag
Een laatste grens die je in gedachten moet houden, is die voor de kinderbijslag. Hier gelden er twee regels opdat jouw ouders nog steeds aanspraak maken op de bijslag:
• Je werkt als student-ondernemer (je verdient dus niet meer dan € 13 550,50 of het geproratiseerde bedrag ervan).
• Je presteert niet meer dan 240 uur in het 1ste, 2de en 4de kwartaal. In het 3de kwartaal (de zomermaanden juli, augustus en september) mag je zoveel werken als je wil, tenzij het jouw laatste zomer als student is. Werk je het volgende kwartaal als loontrekkende of zelfstandige, dan blijf je ook voor het 3de kwartaal aan de 240-urenregel gebonden.
Opmerking: als je jaarinkomen lager is dan € 6775,24 gaat het kinderbijslagfonds er automatisch van uit dat je minder dan 240 uur hebt gewerkt. Verdien je meer, dan kan jouw fonds je vragen een verklaring op eer af te leggen.
Een beknopt overzicht van de verschillende grenzen:
• Sociale bijdragen: je verdient minder dan € 6775,24 (vrijgesteld van bijdragen) of minder dan € 13 550,50 (20,5% op jouw bruto jaarinkomen, met een minimumbijdrage van € 79,17).
• Belastingen: wie minder dan € 7730 netto verdient, is vrijgesteld van belastingen.
• Fiscaal ten laste: de eerste schijf van € 2720 netto is hoe dan ook vrijgesteld. Daarbij kun je, afhankelijk van je situatie, nog eens € 3270, € 4720 of € 5990 bijtellen. Verdien je meer, dan ben je niet langer fiscaal ten laste van je ouders.
• Kinderbijslag: je verdient niet meer dan € 13 550,50 bruto en je werkt niet meer dan 240 uur in het 1ste, 2de en 4de kwartaal (en het 3de kwartaal als je afstudeert).
• Wil je het op veilig spelen? Zorg dan dat je minder dan € 6000 à 7000 bruto verdient. Ik ben er tijdens mijn studentenjaren niet in geslaagd erover te gaan (want uiteindelijk had ik niet zo erg veel tijd voor vertalen), dus dat is zeker haalbaar.