Over de grens schrijven

Vandaag gaan we te luister bij Miet Ooms. Miet is een echte taalliefhebber. Naast haar activiteiten als vertaler, doet ze ook actief onderzoek naar taalvariatie en dan vooral naar de verschillen tussen Belgisch-Nederlands en Nederlands-Nederlands. Ze organiseert regelmatig mini-onderzoekjes waar ook jij aan kunt deelnemen en is een graag geziene gast op conferenties en radio. Ben je trouwens zelf geboeid door de verschillen tussen Vlaanderen en Nederland? Goed nieuws! Dan is haar nieuwste boek, Buurtaal, ongetwijfeld iets voor jou.

Miet, ik geef het woord aan jou!

In Nederland en Vlaanderen spreken en schrijven we Nederlands. Daar zijn we het doorgaans wel over eens. We weten ook wel dat dat Nederlands van de noorderburen niet helemaal hetzelfde is als het Nederlands van de zuiderburen. Sommige verschillen zijn algemeen bekend, zoals het Vlaamse goesting en de Nederlandse patat mèt. Andere ontdekken we in gesprekken of in teksten. We lachen met de ander, imiteren, leggen uit, struikelen over misverstanden, ergeren ons.

Welk Nederlands vertalen?

Maar ook een vertaler wordt hiermee geconfronteerd: je moet voor het hele taalgebied vertalen, krijgt een opdracht voor de andere kant van de rijksgrens (als Vlaming voor Nederland, als Nederlander voor Vlaanderen) of moet een tekst vervlaamsen dan wel verhollandsen. En dan wordt het wel serieus, want je moet wel een resultaat kunnen voorleggen dat aangepast is aan je doelpubliek. Met andere woorden: je moet alert zijn voor typisch Belgisch- en Nederlands-Nederlandse taaleigenaardigheden en weten welke waar kunnen. En dat is niet zo eenvoudig.

Probleem 1: veel Nederlanders, zeker als ze uit de Randstad en brede omgeving komen, hebben weinig besef van taalvariatie. Ze beschouwen hun variant als ‘het AN’ en alles wat daarvan afwijkt als fout. Nederlanders uit de periferie – Groningen, Drenthe, Gelderland, Limburg, Noord-Brabant, Zeeland – zijn vaak wel gevoeliger voor taalvariatie. Maar ook zij kennen de zuidelijke varianten niet zo goed en beschouwen die al snel als dialect, net zoals hun eigen variant.

Probleem 2: veel Vlamingen overschatten hun kennis van het Nederlands dat in Nederland gangbaar is. Heel wat aangeleerd AN is intussen in het noorden alweer verouderd, heel wat nieuwe woordenschat en uitdrukkingen geraken de rijksgrens niet over. En via de media leren we ook al lang geen nieuw noordelijk Nederlands meer, tenzij via enkele moderne, in het noordelijke Nederlands gedubde kinderseries.

Probleem 3: de bekendste verschillen zitten in de uitspraak en de woordenschat. Maar ook in de grammatica pakken we het soms anders aan. Zo bestaat in Nederland een grotere voorkeur voor de volgorde (dat hij dat) heeft gedaan, terwijl in Vlaanderen even goed (dat hij dat) gedaan heeft kan. Een ander voorbeeld: woorden als blog, kroost, thuis, filter zijn het-woorden in Nederland en de-woorden in Vlaanderen en dat heeft weer gevolgen voor de adjectieven die je ervoor zet: een interessant blog versus een interessante blog.

Is het zo erg?

Dit klinkt erg moeilijk, onoverkomelijk misschien. Zijn we dan veroordeeld tot onze eigen regio en kunnen we niet met een gerust hart schrijven voor het hele taalgebied? Zo erg is het nu ook weer niet.

Om te beginnen moet je de verschillen niet overroepen. Ze zijn er en we zijn er als taalprofessional maar beter alert voor. Maar laten we niet vergeten dat de overeenkomsten nog steeds veel groter zijn. We spreken dezelfde taal, alleen is die niet identiek.

Bovendien kun je op heel wat plaatsen terecht voor informatie over die verschillen. Er zijn de verschillende taaladviessites: taaladvies.net (van de Taalunie), onzetaal.nl (voor Nederland), taaltelefoon.be en VRTTaal.net (voor Vlaanderen). In de woordenboeken Van Dale, Prisma en het Algemeen Nederlands Woordenboek (anw.ivdnt.org) staan er regiolabels die aangeven of het gebruik van een woord of uitdrukking beperkt is tot een bepaalde regio. Het woordenboek Typisch Vlaams is het belangrijkste naslagwerk voor het huidige Belgisch-Nederlands. En vertalers kunnen ook terecht op de gratis taaldatabank van de netwerkvereniging GentVertaalt taaldatabank.be

Als dat allemaal niet volstaat, werk je het beste samen met een collega uit de andere regio. In Facebookgroepen als GentVertaalt en de Vertalerskoffiehoek is de concentratie Nederlandstalige collega’s van de andere kant van de landsgrens bijzonder hoog. Daar krijg je altijd wel een antwoord op je twijfelgevallen. Voor een heel project is het interessant om te werken in een Nederlands-Vlaamse tandem: de ene vertaalt, de andere proefleest. Op die manier is de kans het grootst dat je eindresultaat in een zo neutraal mogelijk Nederlands is opgesteld.

Goed nieuws

Ik bestudeer zelf nu al enkele jaren de fameuze noord-zuidverschillen en heb er al enkele lezingen, presentaties en webinars over gehouden. Al die informatie verwerk ik op dit moment tot een praktische gids over de taalverschillen tussen Belgisch- en Nederlands-Nederlands, die dit najaar moet verschijnen. Tot dan, en daarna, kun je terecht op de Atlas van de Nederlandse spreek- en standaardtaal op mijn website.

(Noot: Miets boek, Buurtaal, is verschenen in 2020. Het zit boordevol tips voor taalprofessionals die dagelijks geconfronteerd worden met de verschillen tussen Belgisch- en Nederlands-Nederlands. Twijfel je of een woord of constructie gangbaar is aan de andere kant van de grens? Miet geeft je een zeer handige leidraad.)

Scroll to top